Na schriftelijke vragen van het CDA en D66 aan het Drechtstedenbestuur is er gisteren gedebatteerd over de komst van een Exodushuis (voor ex-gedetineerden) naar de Drechtsteden. Daarnaast is ook nadrukkelijk gesproken over de vraag hoe in de toekomst wordt om gegaan met de spreiding van zorg en huisvesting van kwetsbare doelgroepen.

De CDA-regiofractie is teleurgesteld dat het in de afgelopen jaren niet is gelukt om een Exodushuis te vestigen in de Drechtsteden. Een Exodushuis is een zeer waardevolle voorziening: gevangenen krijgen perspectief op een zinvol leven en de waarde voor de maatschappij is groot, omdat de kans op recidive veel lager is.
In 2007 hebben de verschillende Drechtsteden een convenant gesloten over de spreiding van zorg en huisvesting van kwetsbare doelgroepen. Dit convenant bleek geen waarde te hebben toen het erop aankwam bij de komst van een Exodushuis.
Peter Heijkoop heeft namens de regiofractie van het CDA de portefeuillehouder hierop bevraagd: wie heeft zijn verantwoordelijkheid niet genomen wat betreft de komst van het Exodushuis, hoe is dat proces gelopen en hoe gaan wij dit in de toekomst nu beter regelen? Ook andere fracties wilden hier meer over weten.

De beantwoording van portefeuillehouder Nieuwstraten was onbevredigend. Hij gaf aan geen verantwoordelijkheid te voelen richting deze kwetsbare doelgroep en vond dat de stichting Exodushuis het met de corporatie moest regelen.
Peter Heijkoop reageerde namens de CDA-fractie verbaasd: “U gaat hiermee voorbij aan de zorgplicht die gemeenten hebben voor de maatschappelijke opvang van deze en andere kwetsbare doelgroepen.”
Uit de stukken bleek dat binnen de gemeente Papendrecht een geschikte locatie voorhanden was en dat de corporatie graag wilde meewerken. Het antwoord op de vraag van het CDA waarom het dan toch niet gelukt was, was volstrekt onaanvaardbaar. Portefeuillehouder Nieuwstraten (tevens wethouder in Papendrecht) gaf namelijk aan dat de gemeente Papendrecht best zorg wilde dragen voor de zorg en huisvesting van bijv. die ‘leuke’ mensen met het syndroom van Down, maar dat zij niet op ex-gedetineerden zaten te wachten. Dat kon hij moeilijk uitleggen aan de bewoners in de wijk.
De CDA-fractie is van mening dat je als bestuurder verantwoordelijkheid draagt voor alle kwetsbare doelgroepen en niet alleen kwetsbare doelgroepen die de mensen ‘leuk’ vinden. Bestuurlijk daadkracht en verantwoordelijkheidsgevoel zijn daarbij noodzakelijk.

Omdat veel partijen ontevreden waren over de beantwoording, zegde de portefeuillehouder toe dat hij voor de zomer met een beleidsnotitie komt waarin helder wordt beschreven hoe de Drechtsteden hier in de toekomst mee omgaan. Op dat moment zal er opnieuw over worden gedebatteerd.