Dit onderwerp is uitgebreid aan de orde gekomen in de vergadering van de raadscommissie Fysieke Leefomgeving van dinsdag 19 mei j.l.. Een probleem, dat in de afgelopen jaren sterk is toegenomen, vooral in de wijken Crabbehof, Wielwijk en Krispijn. Steeds meer wijkbewoners voelen zich minder of zelf geheel niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun leefomgeving, met als gevolg het ontstaan van zwerfvuil en het dumpen van diverse soorten afval in de wijk.

Gedragsverandering bij mensen gaat niet vanzelf. Het is een weg van lange adem, waar de gemeente met stakeholders (woningcorporaties, particuliere verhuurders, eigenaren, wijkverenigingen, vrijwilligers, maar ook scholen!) in moet willen investeren, met middelen en geld.

Dat alleen op basis van heldere beleidsdoelen! Daar hebben wij al meerdere keren sterk op aangedrongen, maar de respons tot nog vanuit het College toe is uiterst pover en zeker niet samenhangend, al is het maar dat wel 3 wethouders voor dit probleem deelverantwoordelijk zijn.

Voor ons als CDA-fractie staat voorop dat een aanpak alleen succesvol kan zijn als dat gepaard gaat met het optuigen van een samenhangend pakket aan maatregelen, gericht op gedragsverandering en bewustwording, het bieden van meer mogelijkheden voor het kwijtkunnen van afval, in welke vorm dan ook.

Dit met inzet van diverse media, zoals kranten, folders, social media, zeker in meerdere talen, wil men ook alle wijkbewoners bereiken. Betrokken buurtbewoners, die zich hierbij willen inzetten, moeten goed gefaciliteerd worden.

Dat kan alleen als ook zichtbaar en intensief wordt gehandhaafd en bij overtredingen boetes worden uitgedeeld en de omvang van die boetes moeten voor iedereen helder zijn. Als dat sluitstuk van de aanpak achterwege blijft dan zal dat alles een effect hebben van ‘dweilen met de kraan open’, en dat moeten we niet willen.

  1. Zwerfafval:

De overlast door deze afvalsoort is moeilijk te bestrijden, omdat het vaak gaat om kleine verpakkingen dat her en der op straat wordt gegooid, ook al is een afvalbak niet eens zo ver weg. Dat gebeurt zowel overdag, maar zeker ook in de avonduren, met afvalmateriaal  wat niet zelden afkomstig is van pizzeria’s, shoarmazaken, hamburgerketens en soortgelijke afhaalbedrijven.

Het minste wat hieraan gedaan kan worden is het veel duidelijker aangeven waar afvalbakken staan, die te voorzien van borden met wervende aanduidingen om de wijk schoon te houden, gericht op bewustwording.

Ook als het gaat om de grootte van afvalbakken moet meer gekeken worden naar maatwerk, zodat op specifieke plekken daar dan ook afval, zoals pizzadozen en andersoortige verpakkingen daar goed in kan worden gegooid.

Dit alles kan alleen een positief effect hebben als veel meer maatwerkgericht de bakken ook worden geleegd. Wij weten dat nogal wat mensen bij een aangetroffen volle bak niet de moeite nemen om een andere bak te zoeken, met alle gevolgen van dien.

Bij winkelcentra moet het mogelijk zijn om met de betreffende winkeliersvereniging goede afspraken te maken over het beheren van de daar aanwezige afvalbakken. Dit in de vorm van een financiële regeling, prikkelend voor de ondernemers om hun winkelgebied ook schoon te houden, zowel tijdens reguliere winkeltijden als daarbuiten. 

 2. Huishoudelijk afval, bedoeld voor in de vuilcontainer:

Steeds vaker komt het voor dat naast de (ondergrondse) vuilcontainer vuilniszakken worden gedeponeerd.

Oorzaken kunnen zijn:

  1. De vuilcontainer is functioneert niet, is dus niet te openen.
  2. De vuilcontainer is vol.
  3. De ‘deponeerder’ heeft klaarblijkelijk geen pasje.

 Voor wat betreft de ‘werking’ van de vuilcontainer moeten, zeker in deze kwetsbare gebieden, vuilcontainers worden voorzien van sensoren, zowel gericht op het functioneren van het invoersysteem als ook op het moment dat de container vol raakt. Dan heeft een positief effect op de ‘gewone’ gebruiker, tenminste als de HVC, verantwoordelijk voor de werking van de vuilcontainer en het ophalen van huisvuil, dan ook adequaat reageert op de binnenkomende signalen door handelend optreden.

Daarnaast dringen wij aan op een nader onderzoek, gericht op de vraag of elk huishouden achter een voordeur, ook werkelijk een pasje heeft en dus ook betaalt voor de afvalstoffenheffing.

Ten overvloede moet er op elke vuilcontainer een telefoonnummer staan voor het kunnen melden van vuildumping. Dat nummer moet dan ook buiten reguliere werktijden bereikbaar zijn.

3. Afvaldumping:

Hierbij gaat het om het dumpen van huisraad en andere zaken, waar bewoners vanaf willen, waarbij zij niet de moeite nemen om dat bij het afvalbrengstation van de HVC aan de Baanhoekweg te bezorgen, of, als dat vanwege vervoersproblemen niet mogelijk is, een afspraak te maken voor het ophalen van het grofvuil. Deze vorm van afvaldropping neemt de laatste jaren steeds meer toe en verdient een steviger aanpak dan tot nog toe.

Wij als CDA vinden, wil je uiteindelijk succesvol zijn, dat dit alleen door een samenhang aan maatregelen bewerkstelligd kan worden.

a. Elke wijkbewoner moet weten wat het beleid is qua inzameling van grof vuil. Dat ‘weten’ moet ook voor anderstaligen in de wijk duidelijk zijn, dit door de regels ook in meerdere talen huis-aan-huis te verspreiden. De spelregels moeten helder zijn, ook met vermelding van de financiële consequenties bij overtreding. Dat alles kan alleen tot een positief effect leiden als er intensiever wordt gehandhaafd, met een beboeting, hetzij in geld of anders in taakstraf.

b. Bij huurwoningen heeft de verhuurder, vaak de woningcorporaties, de taak om bij nieuwe huurders goed te informeren over de mogelijkheden, als het gaat om het uit de woning verwijderen van spullen, die zij kwijt willen. Dan is het essentieel dat zeker anderstaligen heel duidelijk weten hoe zij moeten handelen, dus zelf de spullen bezorgen bij het afvalbrengstation of anders het maken van een afspraak voor het ophalen van de spullen.|

4. Volksgezondheid:

Zwerfvuil, maar zeker ook rondslingerend huisvuil uit kapotte zakken, vormt een bron van het zich ontwikkelen van ongedierte, vooral ratten. Dat probleem mag niet worden onderschat, reden dat onze fractie daar ook vorig jaar al aandacht voor heeft gevraagd. Ook nu is het risico niet denkbeeldig dat dit probleem binnenkort weer de kop opsteekt. Wij missen daarin een doelgerichte aanpak voor bestrijding ervan, dus reden om daar opnieuw aandacht voor te vragen.

Onze fractie beseft dat deze integrale aanpak geld kost en qua duur meerdere jaren zal vergen, wil je succes bereiken. De vraag van hoeveel ons dat als CDA waard is, laat zich beantwoorden in hoeverre het voorgestane beleid perspectief biedt op succes. Het gaat ons om de leef- en woonkwaliteit van al onze Dordtenaren, ongeacht in welke wijk zij wonen. Daar willen wij geen verschillen in laten ontstaan.

Theo Oostenrijk, raadslid en Frank Chapel, commissielid

Categorieën: Nieuws