De CDA-fractie heeft art. 40-vragen gesteld over de verkoop van drugs aan minderjarigen. Afgelopen dinsdag (16 oktober) heeft de raad over de beantwoording van deze vragen met elkaar gesproken in de adviescommissie.
De burgemeester gaf in de commissie aan dat hij n.a.v. de vragen van het CDA een brief heeft gestuurd naar alle (middelbare) scholen om met hen in gesprek te komen over de softdrugsproblematiek in en rondom scholen. Hiermee onderstreept de burgemeester het belang dat hij hecht aan dit thema en daar is het CDA blij mee.
Zorgen hebben wij over de controles in en rond coffeeshops. De illegale verkoop op straat is een groot probleem, maar uit de Nationale Drugsmonitor blijkt dat een heel groot deel van de minderjarigen hun softdrugs gewoon in de coffeeshop kopen. Volgens de burgemeester en de politiechef gebeurt dat nauwelijks in Dordrecht, omdat het beleid van de gemeente goed is en coffeeshops het wel uit hun hoofd laten, omdat de sancties stevig zijn.
Het feit dat er de laatste jaren geen enkele overtreding is geconstateerd kan volgens het CDA er ook op wijzen dat de controles niet effectief zijn. Daarom heeft het CDA aan de politie gevraagd om na te denken over innovatievere, slimmere controlemethodes. De inzet van lokminderjarigen, zoals bij alcohol in supermarkten en in videotheken kan daarvan een voorbeeld zijn.
Drugs heeft een destructieve uitwerking, zeker op de ontwikkeling van kinderen en veroorzaakt bovendien veel overlast. Daarom blijft het CDA een kritisch volger van het coffeeshopbeleid en wij willen daarom dat het thema regelmatig terugkeert op de agenda van de gemeenteraad.