Het openbaar onderwijs in Dordrecht (OPOD) heeft al geruime tijd financiële problemen. De belangrijkste oorzaak is dat het bestuur in het verleden onvoldoende heeft ingegrepen toen het leerlingaantal terugliep. Een andere oorzaak is dat in 2005 bij de overdracht van de gemeente naar OPOD te weinig rekening is gehouden met risico’s op het gebied van onderwijshuisvesting. De gemeente wil OPOD dus financieel steunen om de continuïteit te borgen. OPOD wilde 6,1 miljoen, maar de gemeenteraad heeft op voorstel van het college besloten om 2,6 miljoen toe te kennen. Dit bedrag is zorgvuldig tot stand gekomen op basis van de meerjarenbegroting van OPOD. Wethouder Van de Burgt (CDA) lichtte toe dat het bedrag zorgt voor een sober eigen vermogen waarmee risico’s kunnen worden opgevangen, maar dat het bestuur van OPOD goed op de financiën moet blijven sturen om niet opnieuw in de problemen te komen.
Wat het CDA betreft is het belangrijk dat de gemeente spaarzaam met belastinggeld omspringt. 2,6 miljoen steun is sober, maar voldoende. OPOD moet vooral zelf aan de slag: de organisatie op orde brengen en de blik richten op de toekomst.
Ook het bijzonder onderwijs kan, op het moment dat het openbaar onderwijs financieel gesteund wordt, aanspraak maken op extra geld van de gemeente. Zij hebben daarbij niet het onderste uit de kan willen halen. Het CDA complimenteert het bijzonder onderwijs om hun constructieve houding. Zij hebben zich opgesteld in het belang van de stad en in het belang van het Dordtse onderwijs. Zij hebben o.m. 1,3 miljoen gevraagd om de kwaliteit van het gehele onderwijs te verbeteren, en bij de besteding hiervan trekken zij samen op met het openbaar onderwijs. Het CDA Dordrecht staat daar positief tegenover, omdat er veel op het onderwijs afkomt. Denk bijvoorbeeld aan het nieuwe stelsel voor passend onderwijs