Iedere coalitievorming is een proces van geven en nemen vanuit het respect voor standpunten van de ander. Een kwestie van de ander iets gunnen en met elkaar constructief in gesprek blijven. De koopzondag is een voorbeeld van een onderwerp waar verschillend over gedacht wordt tussen de vier beoogde coalitiepartijen: twee partijen zijn voorstander van verruiming en twee partijen zien dat niet zitten. Partijen hebben daarvoor hun eigen argumenten waar ik in dit blog verder niet in zal treden.
Omdat de verschillen groot zijn, hebben wij dit punt als eerste besproken in de toekomstige coalitie. In deze – overigens pittige – gesprekken heb ik het benodigde respect en begrip ervaren. De onderhandelaars van BVD en VVD respecteerden het standpunt van het CDA en de CU/SGP en dat gold ook andersom. Het onderlinge vertrouwen was aanwezig. Voor ons was dat een degelijke basis om aanvullende afspraken te maken. En dan gaat het er ook om: wat gun je de ander?
CDA en CU/SGP hebben al eerder aangegeven zorgen te hebben over de positie van met name de kleinere ondernemers en objectief in beeld te willen brengen wat het draagvlak is voor verruiming van het beleid. Hoewel BVD en VVD daar zelf geen nieuwe inzichten van verwachten, begrepen zij dat het belangrijk voor ons is en respecteerden zij deze wens. In meerdere plaatsen is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld in Breda, Eindhoven en vele andere gemeenten. Dit levert waardevolle inzichten op voor politici en andere belanghebbenden, getuigt van respect voor de opvatting van winkeliers die de weg naar de politiek minder goed weten te vinden en de informatie kan waardevol zijn voor winkeliers om aanvullende afspraken te maken. Wel stelden BVD en de VVD als voorwaarde dat het niet vertragend zou werken. Daar zijn wij op onze beurt mee akkoord gegaan. Daarmee is in elk geval duidelijk dat er van een politieke vertragingstactiek geen sprake is. Een misverstand dat ik geregeld heb zien opduiken in de media. Het compromis is transparant en doet recht aan elkaars standpunten.
Afgelopen dinsdag bespraken we het onderwerp in de adviescommissie. Er lagen twee varianten voor: variant A: verruiming met de mogelijkheid tot wekelijkse openstelling van 12.00 tot 18.00 uur of variant B: volledige vrijgave iedere zondag van 6.00 tot 22.00. Al snel bleek een brede meerderheid in de raad voor de minst verstrekkende variant A. Toch wordt deze variant, ondanks de wens van BVD, CDA, CU/SGP en VVD, nog niet ter inzage gelegd, omdat enkele partijen (aangevoerd door PvdA en D66) de behoefte heeft om besluitvorming uit te stellen tot de middagraad in mei. Zij zijn het niet eens met het draagvlakonderzoek en dat moest naar hun mening van tafel. Ik begrijp dat deze vertraging teleurstellend is voor de voorstanders van de verruiming, maar dat is niet te wijten aan de beoogde coalitiepartijen.
Daarmee is nog lang niet alles gezegd over dit heikele onderwerp, maar ik sluit af met een persoonlijke noot. Ik heb dit debat altijd willen voeren vanuit een wederzijds respect voor elkaars standpunten. Dat respect heb ik niet vanuit alle partijen ervaren. Het CDA heeft de wens om breed in de raad met partijen samen te werken. Ik denk dat we niet goed zijn begonnen en hoop dat we erin slagen om in de toekomst elkaar constructiever tegemoet treden.
De democratie is op haar sterkst als de meerderheid op een respectvolle wijze omgaat met de standpunten van de minderheid.
Peter Heijkoop
Fractievoorzitter CDA