KeesAfgelopen donderdag woonde ik in Bunnik een landelijk congres over de Jeugdzorg 2015 bij. Het ging over de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders van jeugdzorg. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de cliënten tevreden is over de vriendelijkheid van hulpverleners, maar dat ze niet zo tevreden zijn over het resultaat van de hulp. Er blijkt een gebrekkig zicht op kwaliteit en effectiviteit. Moeilijke doelgroepen worden makkelijk doorgeschoven en nu de gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor de jeugdzorg en de betaling ervan zal er dus een heldere visie op een kwaliteitsbeleid moeten worden ontwikkeld.Gemeenten zullen dus ook moeten monitoren op “outcome”- indicatoren zoals bijvoorbeeld uitval ( “no show”, stoppen van behandeling), afname problemen, minder jeugdigen die een beroep doen op specialistische zorg, enzovoort. Er zal ook dienen te worden ingezet op collectieve ambities van hulpverleners èn scholen en de inkoop van de zorg zal in 2016 moeten plaatsvinden op basis van hardere gegevens. Ik vernam dat zorgaanbieders nu worden voorgefinancierd op grond van omzetgegevens die zij vorig jaar ( zonder accountantsrapportage! ) hebben mogen opgeven…
Op het congres bleek dat grote gespecialiseerde jeugd-GGZ-aanbieders zoals “Karakter” nu ruim 80% van hun verwijzingen via huisartsen krijgen, waar dat voorheen 65% was. Dat kan te maken hebben met ontslagen bij de Bureaus Jeugdzorg en minder aanvoer via dat kanaal. De wachtlijsten bij de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen zijn met 25% toegenomen doordat ook ontslagen bij de grote GGZ-instellingen hebben plaatsgevonden in de aanloop naar de transitie van de jeugdzorg.
De hoop is nu gevestigd op de jeugdteams en de sociale teams zoals we die ook in Dordrecht hebben gekregen. Er zijn kansen, maar ook zorgen. We hopen op een transformatie, nu is er nog sprake van een wat chaotische welwillendheid en we moeten toe naar een effectieve jeugdhulp. De teamleden en de huisartsen, die “aan het front staan” zullen in de toekomst kunnen vertellen hoe de staat van de jeugd(hulp) is. De nadruk zal liggen op “vertellen”, maar “tellen” (effectmeting) hoort er ook bij!

Categorieën: Geen categorie