In het regeerakkoord was de behoefte aan meer aandacht voor lichamelijke opvoeding uitgesproken en in de nadagen van het huidige kabinet komt men nu met een voorstel om op basisscholen vakdocenten lichamelijke opvoeding te gaan aanstellen. Dat betekent wel dat een basisschool dan waarschijnlijk een gewone groepsleerkracht minder zal kunnen aannemen en dat het risico bestaat van grotere klassen, als het kabinet de plannen kostenneutraal wil uitvoeren. De vraag wordt dan: Welk risico is groter, minder goed bewegingsonderwijs of een grotere klas?
Het is bewezen dat kinderen die goed leren bewegen ook beter taal en rekenen leren, de gymles legt dus niet alleen de basis voor een actieve leefstijl maar ook voor betere schoolprestaties. Hier staat tegenover dat er wellicht een paar leerlingen meer in een klas zitten dan nu gemiddeld het geval. Gezien de algemene voordelen van beweging neig ik er naar om te kiezen voor heel goed bewegingsonderwijs, zeker in de huidige tijd waarin kinderen meer achter de spelcomputer thuis blijven zitten. En: “Zitten is het nieuwe roken” zeggen medisch specialisten die weet hebben van de gezondheidsrisico’s van het niet bewegen.
Mooi dus, dat er een ambitie is om toe te werken naar vakdocenten gym op elke basisschool! Overigens zou ik dan ook een muziekdocent nuttig vinden…en/of meer aandacht op PABO’s voor zingen en muziek, want ook daarvan is bewezen dat het ons verder helpt. Muziek maakt slim (prof. H.G.Bastian, prof. E.Scherder) en de combinatie van goed bewegingsonderwijs en goed muziekonderwijs is dus ideaal!