Op 21 maart sprak de commissie sociaal over onze artikel 40 vragen ‘Offensief tegen Kinderleed‘. Onze fractie heeft deze vragen gesteld naar aanleiding van ontwikkelingen in Tilburg en Rotterdam. In deze steden is het inmiddels standaard beleid dat personen waarvan wordt vermoed dat zij een baby geen stabiliteit kunnen bieden, pro-actieve voorlichting krijgen over anticonceptie en deze middelen ook gratis kunnen krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen met een zware verstandelijke beperking, dikwijls zonder directe kinderwens, maar met een zeer beperkt begrip van de werking van anticonceptie Dit resulteert bijvoorbeeld, zo laat het onderzoek zien, in situaties waarbij de man de pil slikt of men veronderstelt dat 3 keer per week de pil innemen effectief genoeg is. Maar het gaat ook om mensen met een harddrugs-verslaving, die hun geld niet uitgeven aan anticonceptie, maar aan drugs. In dit soort situaties ontstaat in veel gevallen veel leed voor eventuele kinderen. Denk aan (onbewuste) verwaarlozing, mishandeling, ondervoeding etc.

In een pilot in Tilburg kregen beide groepen intensieve ondersteuning, voorlichting en gratis anticonceptie. De pilot bleek een baanbrekend succes en de bevindingen werden direct overgenomen door de Rotterdamse CDA wethouder Hugo de Jonge. Door in te zetten op preventie en werk te maken van het creëren van een wél stabiele thuissituatie, kunnen we ook in Dordrecht veel kinderleed voorkomen. In de Dordtse commissie volgde een levendig debat, met als conclusie dat wethouder vd Linden (jeugdzorg) binnenkort een brief presenteert, specifiek gericht op preventie. Wordt vervolgd.


Woordvoering:

Voorzitter

Dank aan het college voor de inhoudelijke reactie van onze vragen. Ik denk dat de antwoorden goed inzichtelijk maken wat we in Dordrecht doen als een kind in een kwetsbare situatie wordt geboren. Maar de antwoorden maken ook duidelijk waar er nog verbetering mogelijk is. Mijn stelling is dan ook dat we werk moeten gaan maken van preventie door middel van voorlichting en het vrijwillig beschikbaar stellen van anticonceptie.

Een stelling die ook wordt onderschreven door artsenfederatie KNMG. Een pilot in Tilburg, waarbij kwetsbare vrouwen vrijwillig ondersteuning kregen op het gebied van anticonceptie, noemen zij als succesvol voorbeeld van preventie: vrouwen, dan wel stellen met een verstandelijke beperking en/of harddrugs problematiek werden geholpen bij het vrijwillig gebruik van voorbehoedsmiddelen. Ter ondersteuning van dit Tilburgse onderzoek verklaarde de KNMG onlangs en ik quote:  ‘Op het gebied van preventie is er nog een wereld te winnen. Er zou veel meer aandacht kunnen komen voor anticonceptie bij kwetsbare personen. Dat kan een stuk beter dan nu het geval is.’

In 2015 werd het succes van deze Tilburgse pilot duidelijk. Van de eerste 30 deelnemers  maakten er 25 de vrijwillige keuze om voorbehoedsmiddelen te gaan gebruiken, wat ook in wetenschappelijke kring direct opviel. Zo beoordeelde Professor Paul Vlaardingerbroek, hoogleraar familierecht aan de Universiteit van Tilburg: Hier ben ik zeer lovend over en ik hoop op landelijke opvolging. Het is een enorme succesratio bij een moeilijke doelgroep van mensen die vaak ook het nodige hebben meegemaakt’.

Uiteindelijk was het de gemeente Rotterdam die de handschoen breed oppakte en een conferentie organiseerde met meer dan 40 zorgorganisaties, waaronder ook vele grote spelers uit onze regio. Vrijwel alle zorgorganisaties spraken zich helder uit voor het pro-actief vrijwillig verstrekken van anticonceptie in risicovolle situaties.

En dan naar Dordrecht. Kijkend naar de antwoorden op onze vragen, dan zien we schrikbarende getallen als het gaat om het aantal onder toezichtstellingen, 284 in 2015 en 202 over een deel van 2016. Tegelijkertijd zien we vanuit de gemeente een serieuze inspanning en erkenning van dit probleem middels trajecten als ‘inzet op voorzorg’ en het netwerk kwetsbare zwangeren. Alleen zijn het stuk voor stuk maatregelen gericht op het beperken van bestaand kinderleed. Waar mijn fractie graag naar toe zou werken, is meer preventie en het daarmee zoveel mogelijk voorkomen van kinderleed. Dat kunnen we concreet maken door de aanbevelingen van het Tilburgse onderzoek en de preventie-ervaringen vanuit andere gemeenten te bundelen. Mijn vraag aan de commissie is dan ook of we gezamenlijk vinden dat er stappen moeten worden gezet op het gebied van voorlichting, informatie en vrijwillige anticonceptie-verstrekking.