Stichting ToBe verkeert in grote financiële problemen. De problemen zijn dermate ernstig dat de gemeente Dordrecht, samen met de andere gemeenten die een aandeel hebben in ToBe, fors in de buidel moet tasten. Het college heeft de gemeenteraad een aantal opties gegeven, waaronder behoud van ToBe middels een reorganisatie of een volledig faillissement. Behoud kost Dordrecht circa 1,8 miljoen, een faillissement pakt aanzienlijk duurder uit.
Als CDA staan wij kritisch tegenover investeren in ToBe. Zo blijkt bijvoorbeeld uit gesprekken met het verenigingsleven dat ToBe, met subsidie van de gemeente, in het vaarwater zit van (sport)verenigingen die ook lessen aanbieden. Tevens zetten wij vraagtekens bij de financiële houdbaarheid. Welke garanties hebben we dat ToBe volgend jaar niet weer de hand moet ophouden? Verantwoordelijk wethouder Sleeking gaf namens het college in zijn betoog aan dat hij vertrouwen heeft in het herstelplan. Naar zijn inschatting is ToBe levensvatbaar na de 1,8 miljoen euro kostende reorganisatie. Onze fractie heeft daarom besloten het voorstel voor een reorganisatie te steunen. De reorganisatie betekent echter ook dat er een discussie zal moeten worden gehouden over de vraag waar ToBe wel en niet van is. Als partij van de samenleving hebben wij hier een duidelijke mening over: cultuuronderwijs is een goede zaak, maar wij steunen de verenigingen als het gaat om het lesaanbod.
Is de kous hiermee af? Absoluut niet. Als semi-publieke instelling had en heeft ToBe namelijk een bestuur en een raad van toezicht. Deze bezoldigde toezichthouders waren en zijn verantwoordelijk voor degelijk bestuur en een betrouwbare boekhouding. De toenmalig voorzitter van de raad van toezicht verklaarde nota bene nog vorig jaar: